Antidiscriminatierecht
- Code de l'UE DROIB338
-
Horaire
30Quadri 1
- Crédits ECTS 3
-
Langue d'enseignement
Néerlandais
- Professeur Flohimont Valérie
Tot voor kort werd het antidiscriminatierecht nog beschouwd als de tegenhanger van het gelijkheidsbeginsel. Tegenwoordig is het antidiscriminatierecht een volwaardige rechtstak geworden, op Belgisch, Europees en internationaal niveau.
Hoewel de antidiscriminatiewetgeving voornamelijk ontwikkeld werd met het oog op de bescherming van mensen die door de wetgever als kwetsbaar worden beschouwd (gehandicapten, vrouwen, homoseksuelen, zieken, enz.) en met het oog op gelijke kansen, roept het antidiscriminatierecht een aantal vragen op: relaties tussen antidiscriminatierecht en andere rechtstakken, mogelijk stigmatiserende effecten op de betrokkenen, doeltreffendheid van de bescherming, eventuele verwaarlozing van niet-beschermden, inhoud en draagwijdte van het begrip ‘discriminatie’ naargelang van de betrokken discipline, enz.
Op het einde van de lessenreeks zal de student:
Het vak antidiscriminatierecht heeft als doelstelling:
De cursus biedt niet alleen nieuwe kennis aan de student, maar stelt hem/haar ook in staat om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen op het gebied van onderzoek, denkvermogen en taal.
De cursus neemt de vorm aan van 'capita selecta', die van jaar tot jaar kunnen verschillen, in functie van de actualiteit en de lopende onderzoeken. Op deze manier worden onderwijs en onderzoeksresultaten nauw met elkaar verbonden.
Eerst en vooral wordt het normatieve kader van het antidiscriminatierecht voorgesteld, met bijzondere aandacht voor de maatschappelijke context waarin deze nieuwe rechtstak zich heeft ontwikkeld alsook voor de huidige ontwikkelingen en uitdagingen.
Daarna wordt de relatie tussen antidiscriminatiebepalingen en andere wetten bestudeerd. De articulatie en de samenhang tussen rechtstakken roepen immers vragen op. Denk bijvoorbeeld aan het discriminatieverbod bij aanwerving enerzijds en de vrijheid van ondernemerschap anderzijds, of nog aan het discriminatieverbod op basis van gezondheidstoestand enerzijds en het recht van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te beëindigen op grond van medische overmacht anderzijds.
In dezelfde logica worden verschillen in behandeling, of zelfs discriminatie, binnen categorieën ook onderzocht. Ter illustratie kunnen we de verschillen binnen de categorie van personen met een handicap aanhalen. Zo wordt de toegankelijkheid van gebouwen voor mensen met een handicap over het algemeen uitsluitend benaderd vanuit het oogpunt van fysieke handicap (mensen in een rolstoel of blinden), terwijl die toegankelijkheid net zo goed gegarandeerd zou moeten worden voor mensen met een psychische handicap.
Daarnaast worden zowel de doeltreffendheid van de bepalingen van de antidiscriminatiewetgeving alsook de stigmatiserende effecten die ze kan hebben, in vraag gesteld. De toepassing van de wet vereist het gebruik van wettelijke definities en dus, de facto, het toekennen van “wettelijke labels” aan specifieke situaties of personen. Het toekennen van “wettelijke labels”, d.i. de kwalificatie, is noodzakelijk maar brengt positieve of negatieve, wenselijke of perverse effecten met zich mee. Hetzelfde geldt voor bepaalde juridische maatregelen zoals positieve acties. In een gevoelige materie zoals (non-)discriminatie is een onderzoek naar doeltreffendheid versus stigmatisering onontbeerlijk.
Ten slotte, afhankelijk van de behandelde onderwerpen, wordt het antidiscriminatierecht benaderd vanuit een rechtsvergelijkend perspectief.
De inhoudstafel wordt in de loop van het jaar op webcampus gepubliceerd.
Nvt
De cursus combineert verschillende onderwijsmethodes: klassikale hoorcolleges, lezingen, discussies, praktische oefeningen, enz.
De onderwijsmethode is hoofdzakelijk participatief. De nadruk ligt op interactiviteit, wat een grote betrokkenheid van de studenten vereist, niet alleen buiten het klaslokaal maar ook tijdens de lessen. Elke student draagt bij aan de opbouw van de cursus door zijn of haar actieve deelname en aanwezigheid in de hoorcolleges. Bovendien kan aan de studenten gevraagd worden om bepaalde lessen op voorhand voor te bereiden, bijvoorbeeld door bijdragen te lezen, films te bekijken of informatie op te zoeken.
Het examen bestaat uit twee delen: permanente evaluatie en een examen.
De permanente evaluatie wordt het hele jaar door uitgevoerd, door actieve deelname aan de lessen en huiswerkopdrachten (die worden becijferd).
Dit deel van de evaluatie bedraagt 40% van het totaalcijfer.
Het examen bestaat uit een schriftelijke opdracht, d.i. het opstellen van een paper, en een mondelinge presentatie.
Het doel van de paper is om een onderzoeksvraag, vooraf bepaald in overleg met de professor, op een wetenschappelijke manier te behandelen.
Afhankelijk van het aantal studenten, zal het gekozen onderwerp individueel of in groep worden behandeld.
Het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) moet duidelijk en uitdrukkelijk worden aangegeven in de bronnen.
De paper en de mondelinge presentatie tellen voor 60% van het totaalcijfer.
De paper moet uiterlijk op vrijdag 12 december 2025 worden ingeleverd.
De presentatie gaat op dinsdag 2 december 2025 door.
Tijdens de eerste maand krijgen de studenten een informatieve bibliografie die op webcampus zal worden gepubliceerd.
Verschillende informatiebronnen (persartikels, juridische bijdragen, internetlinken, enz.) worden regelmatig gepubliceerd op webcampus.
De ppt’s of ander werkmateriaal dat tijdens de colleges gebruikt wordt, worden eveneens op webcampus gepubliceerd.
Formation | Programme d’études | Bloc | Crédits | Obligatoire |
---|---|---|---|---|
Bachelier en droit | Standard | 0 | 3 | |
Bachelier en droit | Standard | 3 | 3 |